Eerste fiscale coronawet goedgekeurd in parlement

corona virus
03/06/20

Op 20 mei heeft de Kamer definitief zijn zegen gegeven aan een wet met een hele reeks fiscale maatregelen die moeten bijdragen aan de strijd tegen het coronavirus en de economische gevolgen van de crisis. De wet introduceert onder meer vrijstellingen voor hinderpremies en soortgelijke subsidies, fiscale stimulansen voor het schenken van medisch materiaal en schoolcomputers, uitstel voor voorafbetalingen, een verlenging van de termijnen voor de tax shelter, een verlaagde bedrijfsvoorheffing voor tijdelijk werklozen en een vrijstelling voor overuren in kritische sectoren. Opvallend is dat één van de gunstmaatregelen geweigerd wordt aan vennootschappen die nog dividenden of bonussen uitkeren, of die banden hebben met belastingparadijzen. En een tweede fiscale coronawet zit er ondertussen ook al aan te komen…

De gewesten in ons land waren er snel bij om een antwoord te bieden op de coronacrisis, in de vorm van premies voor bedrijven die tijdelijk moe(s)ten sluiten en voor wie op een andere manier gebukt gaat onder de gevolgen van de crisis. Het bekendste voorbeeld is de Vlaamse hinderpremie van 4.000 euro (https://vlaio.be/nl/subsidies-financiering/corona-hinderpremie/veelgestelde-vragen-over-de-corona-hinderpremie). Voor de ondernemingen zou een dergelijke premie in principe een belastbaar inkomen vormen. Maar het is niet de bedoeling om het effect van de premies uit te hollen door er belastingen op te heffen. Daarom moest de fiscale wet aangepast worden. Dat is nu gebeurd.

Vrijstelling voor hinderpremie en andere coronasteun

De eerste fiscale coronawet voert dus een vrijstelling in voor vergoedingen die worden toegekend om de economische gevolgen te milderen van de beperkende maatregelen die door de federale regering zijn afgekondigd sinds 13 maart 2020 (zeg maar de lockdown). Het gaat niet alleen om vergoedingen die door de gewesten en gemeenschappen worden toegekend maar ook om steun die door provincies en gemeenten wordt verleend, in de periode tussen 15 maart en 31 december 2020. De vrijstelling is van toepassing zowel voor ondernemingen als voor particulieren: de maatregel geldt in de personenbelasting, de vennootschapsbelasting en de belasting van niet-inwoners.

Er zal later nog een lijst gepubliceerd worden van alle premies die in aanmerking komen voor de maatregel. Maar het lijkt duidelijk de bedoeling om de vrijstelling zo breed mogelijk op te vatten. De enige voorwaarde is dat de premie of subsidie door de betrokken overheid uitdrukkelijk gemotiveerd wordt door te verwijzen naar de economische of sociale gevolgen van de Covid-19-pandemie. Evident is de maatregel op maat gesneden van de Vlaamse hinderpremie en compensatiepremie en de gelijkaardige premies in de andere gewesten. Maar ook steun aan particulieren is vrijgesteld. We denken aan de premie voor onthaalouders of de tegemoetkoming die tijdelijk werklozen van de Vlaamse overheid krijgen om de kosten van water en elektriciteit te dekken. Zelfs aankoopbonnen die gemeenten uitdelen aan handelaars, vallen onder de maatregel.

Voorafbetalingen

Een tweede maatregel betreft een aangepaste berekening van de voorafbetalingen, zodat ondernemingen die wegens liquiditeitsproblemen niet voldoende hebben kunnen voorafbetalen, daarvan geen al te nadelige gevolgen ondervinden.

Wie te weinig voorafbetaalt, of voorafbetalingen uitstelt, wordt daarvoor normaal gezien “bestraft” met een zogenaamde belastingvermeerdering. De fiscale coronawet zorgt er nu voor dat die “bestraffing” minder snel van toepassing is. Technisch gebeurt dat door de percentages van de zogenaamde voordelen van een voorafbetaling te verhogen voor de derde en vierde voorafbetaling van het jaar (die normaal gezien moeten gebeuren tegen 12 oktober en 21 december). In de vennootschapsbelasting stijgen de percentages van 6% tot 6,75% (voorafbetaling 3) en van 4,5% tot 5,25% (voorafbetaling 4). In de personenbelasting stijgen de percentages van 2% tot 2,25% (voorafbetaling 3) en van 1,5% tot 1,75% (voorafbetaling 4). De maatregel is van toepassing op belastbare tijdperken die afsluiten tussen 30 september 2020 en 31 januari 2021 (inbegrepen).

Voorbeeld: een vennootschap die 20.000 euro zou moeten voorafbetalen over het hele jaar, maar de eerste drie voorafbetalingen (april, juli en oktober) overslaat wegens liquiditeitsproblemen en alles in één keer stort bij voorafbetaling 4, zou normaal gezien geconfronteerd worden met 450 euro belastingvermeerdering. Dankzij de nieuwe maatregel wordt die sanctie teruggebracht tot 300 euro.

Opmerkelijk is dat de maatregel gekoppeld is aan voorwaarden die het voordeel beperken tot ondernemingen die zich “politiek correct” gedragen. Dat wil zeggen dat ze geen enkele uitkering (dividend, kapitaalvermindering, uitkering van liquidatiereserve, enz.) mogen doen of geen bonussen mogen uitbetalen aan de bedrijfsleiding in de periode van 12 maart 2020 tot het einde van het betreffende belastbaar tijdperk. Bovendien mogen ze geen banden hebben met een belastingparadijs. Dat houdt in dat ze geen deelneming mogen hebben in een vennootschap in een dergelijk land maar ook dat ze niet voor meer dan 100.000 euro betalingen mogen doen aan zulke vennootschappen (tenzij, in dat laatste geval, bij werkelijke verrichtingen die aan rechtmatige behoeften beantwoorden). Die voorwaarde, naar Deens voorbeeld, zal naar verwachting nog bij andere toekomstige steunmaatregelen opduiken.

Schenken aangemoedigd

Een belangrijk onderdeel van de wet vormen de fiscale stimulansen voor het schenken van medisch materiaal aan onder meer ziekenhuizen en van computers aan scholen. Daarvoor verwijzen we naar ons artikel “Eerste coronawet brengt extra fiscale voordelen voor schenken medisch materiaal en computers”.

Film en toneel

Voorts wordt ook rekening gehouden met het feit dat de culturele sector zo goed als stil ligt door de beperkende coronamaatregelen. Daarom krijgen productievennootschappen 12 maanden extra tijd om de uitgaven te doen die vereist zijn in het raam van de tax shelter voor audiovisuele producties (films) en podiumkunsten (toneel). De investeerder krijgt ook een jaar extra om het “tax shelter-attest” voor te leggen dat recht geeft op een definitieve vrijstelling. En om ondanks de lockdown nieuwe producties aan te moedigen, wordt de maximumdrempel voor de vrijstelling verdubbeld voor “raamovereenkomsten” die afgesloten worden sinds het begin van de lockdown.

Overuren

Om ervoor te zorgen dat essentiële sectoren zoveel mogelijk blijven draaien, worden werknemers die overuren presteren, aangemoedigd met een nieuwe belastingvrijstelling. De bezoldigingen voor 120 vrijwillige overuren in de “kritieke sectoren” tijdens de periode van 1 april 2020 tot 30 juni 2020, worden vrijgesteld van inkomstenbelastingen.

Kinderoppas, tijdelijke werkloosheid

Ten slotte zijn er ook twee maatregelen die uitsluitend particulieren aanbelangen. Een verlaagde bedrijfsvoorheffing voor tijdelijk werklozen maakt dat zij netto meer geld overhouden op het moment dat ze het wellicht het best kunnen gebruiken, in plaats van het (bij een laag inkomen) pas te krijgen bij de definitieve afrekening op het aanslagbiljet. En de belastingvermindering voor kinderopvang wordt uitdrukkelijk ook toepasselijk gemaakt op betalingen voor kinderopvang die eigenlijk “voor niets” waren omdat de organisator de opvang geannuleerd heeft wegens de lockdown, in de periode van 14 maart tot 30 juni 2020.

Tweede wet op komst…

En het blijft niet bij die resem maatregelen. Intussen is op de ministerraad ook al een volgend voorontwerp van wet goedgekeurd. De opvallendste maatregel daarin betreft een soort “carry back” van verliezen: verliezen tijdens de coronacrisis zullen afgezet kunnen worden tegen de winsten van vorig jaar. De verliesaftrek zal daardoor al verwerkt kunnen worden in de aangiften die binnenkort ingediend moeten worden (eind september voor de vennootschapsbelasting, 16 juli of 22 oktober voor de personenbelasting). Het grote voordeel is dat de minderbelasting door het verlies wellicht twee jaar eerder terugvloeit naar de onderneming in vergelijking met een klassieke overdracht van het verlies naar een volgend belastbaar tijdperk.

Bron: Wet houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie