Vrijstelling bedrijfsvoorheffing wegens coronacrisis: geld sneller terugvragen wordt mogelijk

geld terugkrijgen
08/10/20

Een van de maatregelen ten gunste van bedrijven die te lijden hebben onder de coronacrisis, betrof een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de maanden juni tot augustus. Ondernemingen die tijdens de lockdown gebruik hebben moeten maken van het systeem van tijdelijke werkloosheid, worden op die manier ondersteund bij hun heropstart. Ze mogen 50% van de bedrijfsvoorheffing op de gestegen loonmassa, voor zichzelf houden, als een vorm van subsidie. Nu blijkt echter dat de terugbetaling van de te veel doorgestorte bedrijfsvoorheffing lang gaat duren. Daarom wordt de mogelijkheid ingevoerd om het geld versneld terug te vragen via de aangifte bedrijfsvoorheffing die in oktober ingediend moet worden. 

Om de negatieve gevolgen van de covid-19-pandemie te gaan, is een heel arsenaal maatregelen in stelling gebracht. Een daarvan is een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. De maatregel is bedoeld voor werkgevers die een beroep hebben gedaan op het stelsel van tijdelijke werkloosheid voor hun werknemers tijdens het heetst van de coronacrisis, meer bepaald gedurende een ononderbroken periode van minstens 30 kalenderdagen tussen 12 maart 2020 en 31 mei 2020 (beide data inbegrepen). Als zij hun werknemers opnieuw aan het werk zetten of nieuwe arbeidskrachten aanwierven (of zelfs gewoon beter betaalden) tijdens de maanden juni, juli en augustus, hadden zij recht op de vrijstelling (zie ons artikel “Vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor door corona getroffen bedrijven”).

Lagere loonkost voor heropstartende bedrijven

De vrijstelling wordt niet berekend op de totale bedrijfsvoorheffing maar op de aangroei van de bedrijfsvoorheffing. Die aangroei is concreet het verschil tussen de totale ingehouden bedrijfsvoorheffing in mei 2020 (toen de lockdown nog van kracht was) en de totale ingehouden bedrijfsvoorheffing in elk van de maanden juni, juli en augustus. Van dat verschil moet 50% niet doorgestort worden aan de Schatkist. De onderneming mag dat bedrag voor zichzelf houden, als een soort subsidie. Er is wel een bovengrens: voor de drie maanden samen mag de vrijstelling niet hoger zijn dan 20 miljoen euro.

In de praktijk doken er echter problemen op met de timing. De wet die de maatregel invoerde, verscheen pas in het Staatsblad op 23 juli (zogenaamde derde fiscale coronawet van 15 juli 2020). En het uitvoeringsbesluit werd pas op 31 augustus gepubliceerd (koninklijk besluit van 22 augustus 2020). Toen was het eigenlijk al te laat om de maatregel toe te passen voor de maanden juni en juli, en zelfs voor augustus werd het wellicht krap. Velen zullen dus te veel bedrijfsvoorheffing doorgestort hebben aan de Schatkist. Die kan men weliswaar terugvragen door de zogenaamde “tweede aangifte” met een negatief bedrag voor de betrokken maand alsnog in te dienen op een later tijdstip, of via een bezwaar. Maar administratief wordt het dan wel complex.

Alternatief: sneller geld terug

En terugbetaling van de te veel doorgestorte bedrijfsvoorheffing kan hoe dan ook nog lang duren, zo bleek al gauw. Daarom krijgen de betrokken werkgevers nu een alternatief aangeboden om sneller aan hun geld te geraken. Met name wordt de mogelijkheid ingevoerd om de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de maanden juni, juli en augustus 2020, te compenseren met de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is voor de maand september of oktober 2020 (voor maandaangevers) of voor het derde kwartaal 2020 (voor kwartaalaangevers).

Voor elk van de drie betrokken maanden (juni, juli en augustus 2020) moet een andere code worden gebruikt (respectievelijk code 71, 72 en 73). En voor elke code moet een afzonderlijke “tweede aangifte” in de bedrijfsvoorheffing worden ingediend.

Overdracht mogelijk

Het is overigens mogelijk dat het bedrag aan bedrijfsvoorheffing voor één maand (bv. september) niet hoog genoeg is om de vrijstelling voor drie maanden tegelijk op aan te rekenen. Dat kan eenvoudig opgelost worden door het deel van de vrijstelling dat niet gecompenseerd kan worden in september of oktober (of het derde kwartaal), over te dragen naar een volgende periode en dan daar te compenseren.

Voorbeeld (met kwartaalaangiften)

Bezoldigingen waarop de vrijstelling van doorstorting van toepassing is (dus zonder vakantiegeld, eindejaarspremie en achterstallen):
- mei 2020: 20.000 euro
- juni 2020: 30.000 euro
- juli 2020: 25.000 euro
- augustus 2020: 30.000 euro
 

Verschuldigde bedrijfsvoorheffing (na toepassing van de andere vrijstellingen van doorstorting):
- mei 2020: 1.200 euro
- juni 2020: 2.400 euro
- juli 2020: 1.800 euro
- augustus 2020: 2.400 euro


Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor:
- juni 2020: (2.400 - 1.200) x 50% = 600 euro
- juli 2020: (1.800 - 1.200) x 50% = 300 euro
- augustus 2020: (2.400 - 1.200) x 50% = 600 euro
 

In het derde kwartaal 2020 betaalde of toegekende bezoldigingen: 90.000 euro
Voor het derde kwartaal 2020 verschuldigde bedrijfsvoorheffing: 7.000 euro


Eerste aangifte in de bedrijfsvoorheffing voor het derde kwartaal:
- aard van de inkomsten: code 10
- belastbare inkomsten: 90.000 euro
- verschuldigde BV: 7.000 euro
 

Tweede (negatieve) aangifte in de bedrijfsvoorheffing voor het derde kwartaal 2020: betreft de vrijstelling voor juni 2020:
- "aard van de inkomsten": code 71
- "belastbare inkomsten": 30.000 euro
- "verschuldigde BV": - 600 euro
 

Een tweede “tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing voor het derde kwartaal 2020 betreft de vrijstelling voor juli 2020:
- "aard van de inkomsten": code 72
- "belastbare inkomsten": 25.000 euro
- "verschuldigde BV": - 300 euro
 

Een derde “tweede aangifte” in de bedrijfsvoorheffing voor het derde kwartaal 2020 betreft de vrijstelling voor augustus 2020:
- "aard van de inkomsten": code 73
- "belastbare inkomsten": 30.000 euro
- "verschuldigde BV": - 600 euro

 

De aangifte(n) voor het derde kwartaal moeten ingediend worden tegen 15 oktober. De betaling moet gebeuren tegen dezelfde datum.
 

Bron: Koninklijk Besluit van 27 september 2020, Staatsblad van 1 oktober 2020