Coronacrisis: voor welke fiscale verplichtingen krijg ik uitstel?

euro biljet corona
22/06/20

Om bedrijven die al hard getroffen zijn door de coronacrisis, niet nog meer in financiële moeilijkheden te brengen, is een hele reeks fiscale termijnen verlengd of opgeschort, zowel op federaal als regionaal niveau. Ondernemingen krijgen meer tijd om hun belastingen te betalen of aan bepaalde verplichtingen te voldoen. Sommige maatregelen zijn ingevoerd bij gewone wet of decreet, andere met volmachten, nog andere alleen in een bericht op de website van de fiscus. En verschillende van die maatregelen zijn nadien ook nog één of meerdere keren verlengd. Omdat het moeilijk wordt om nog klaar te zien, brengen we hieronder een overzicht.

Ons overzicht begint op het federale niveau. Daar is vooreerst te melden dat het mogelijk is,  op aanvraag, een betaling te spreiden in de tijd. Dat geldt voor de bedrijfsvoorheffing, de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de rechtspersonenbelasting en de BTW. De betrokken vennootschap of zelfstandige ondernemer kan na ontvangst van een aanslagbiljet of betalingsbericht een aanvraag indienen bij het bevoegde Regionaal Invorderingscentrum (RIC). De aanvraag houdt in dat men een afbetalingsplan voorstelt en motiveert op welke wijze de onderneming betalingsmoeilijkheden heeft als gevolg van de coronacrisis (zie ons artikel “Coronavirus: fiscus verschaft extra zuurstof aan ondernemingen”).

Uitstel op aanvraag of automatisch

Een dergelijke aanvraag kon volgens het oorspronkelijke bericht ingediend worden tot 30 juni 2020, maar die periode is zopas verlengd met zes maanden. Betalingsuitstel vragen kan dus nog tot 31 december 2020 (https://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/steunmaatregelen-betreffende-het-coronavirus-covid-19).

Naast dat uitstel op aanvraag wordt ook automatisch uitstel toegestaan voor bepaalde betalingen.

Inkomstenbelastingen

Zo krijgt men tijd tot 15 juli om de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot april 2020 te betalen. Dat komt neer op een uitstel van twee maanden (zie ons artikel “Opnieuw uitstel voor fiscale verplichtingen”) (Bijzon­dere-machtenbesluit nr. 7 van 19 april 2020, Staatsblad van 24 april 2020). Ook voor de twee voorgaande maanden en het eerste kwartaal was er al een vergelijkbaar uitstel (zie ons artikel “Fiscus staat verder uitstel voor aangiften en betalingen toe wegens coronacrisis”).

Een andere verlenging is heel specifiek: de maatregel betreft alleen afrekeningen voor aanslagjaar 2019 die gevestigd zijn vanaf 12 maart 2020 tot 31 oktober 2020. Het betreft de betaling van de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-inwoners en de rechtspersonenbelasting. Voor die betalingen wordt automatisch een extra termijn van twee maanden toegekend (bovenop de normale termijn van twee maanden). Als die extra twee maanden niet genoeg zijn, of als men wegens liquiditeitsmoeilijkheden in de problemen komt met een afrekening van vóór 12 maart, kan men nog altijd een afbetalingsplan aanvragen volgens de hoger geschetste procedure.

Voorts hoort ook de maatregel inzake voorafbetalingen thuis in dit rijtje. De aangepaste berekening van de belastingvermeerdering wegens ontoereikende voorafbetalingen wordt officieel geen “uitstel” genoemd maar komt eigenlijk neer op een mogelijkheid om de tweede of derde voorafbetaling gedeeltelijk uit te stellen (zie ons artikel “Eerste fiscale coronawet goedgekeurd in parlement”) (Wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie, Staatsblad van 11 juni 2020).

Ook de nieuwe indieningstermijnen voor de aangifte in de vennootschapsbelasting (zie ons artikel “Nieuwe regels voor indieningstermijn aangifte vennootschapsbelasting”) zijn deels ingegeven door de coronacrisis. De oude regels zouden een probleem kunnen opleveren voor vennootschappen met een statutaire algemene vergadering die kort na de afsluitdatum valt, maar die door de coronacrisis verplicht zijn of geweest zijn om hun algemene vergadering uit te stellen. Doordat de nieuwe regel van zeven maanden na de balansdatum uniform voor iedereen geldt, krijgen de betrokken vennootschappen feitelijk uitstel voor de aangifte en wordt dat probleem dus verholpen. Het is weliswaar niet de bedoeling dat uitstel van de algemene vergadering leidt tot uitstel voor de belastingaangifte tot na de termijn van zeven maanden. Maar de fiscus benadrukt dat wie echt in de problemen komt met de termijnen, altijd het lokale controlekantoor kan contacteren.

Andere maatregelen betreffen geen uitstel voor betalingen of voor aangiften maar uitstel voor het vervullen van bepaalde voorwaarden die gekoppeld zijn aan een fiscaal gunstregime. Zo krijgen, in het kader van de “tax shelter” voor audiovisuele werken en podiumkunsten, de productiemaatschappijen zes maanden extra de tijd om de voorgeschreven uitgaven te doen. Ze moeten dan wel aantonen dat de geplande productie rechtstreekse schade heeft ondervonden als gevolg van de door de federale regering uitgevaardigde maatregelen tegen de COVID-19-pandemie (Wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie, Staatsblad van 11 juni 2020).

BTW

Voor BTW lopen de maatregelen min of meer gelijk aan wat we hierboven uiteengezet hebben voor de inkomstenbelastingen. Vooreerst is er dus de algemene mogelijkheid van uitstel op aanvraag via een afbetalingsplan (zie hierboven).

Daarnaast is er ook een specifieke maatregel. Om de BTW met betrekking tot april 2020 te betalen, krijgt men tijd tot 20 juli. Dat komt neer op een uitstel van twee maanden (zie ons artikel “Opnieuw uitstel voor fiscale verplichtingen”) (Bijzon­dere-machtenbesluit nr. 7 van 19 april 2020, Staatsblad van 24 april 2020). Ook voor februari en maart en het eerste kwartaal was er al een vergelijkbaar uitstel.

Melden grensoverschrijdende constructies

Ten slotte heeft de FOD Financiën laten weten dat er zes maanden uitstel toegestaan wordt voor het melden van grensoverschrijdende agressieve fiscale structuren. De meldplicht (in uitvoering van de zogenaamde DAC6-richtlijn) treedt pas op 1 januari 2021 effectief in werking, en voor het melden van “bestaande” constructies (d.w.z. geïmplementeerd vanaf 25 juni 2018) heeft men nog twee maanden langer de tijd (https://financien.belgium.be/nl/Actueel/uitstel-van-de-rapportagetermijnen-inzake-meldingsplichtige-grensoverschrijdende).

Vlaams Gewest

De gewesten hebben vergelijkbare maatregelen afgekondigd (https://www.vlaanderen.be/coronamaatregelen-vlaamse-belastingdienst).

Vooreerst laat de Vlaamse Belastingdienst weten dat hij soepel afbetalingsplannen zal toestaan, zelfs zonder bewijs van financiële moeilijkheden.

Maar er zijn ook specifieke maatregelen op Vlaams niveau, waarvoor geen aanvraag nodig is. Zo wordt uitstel van betaling toegestaan voor de onroerende voorheffing (de aanslagbiljetten worden pas verstuurd in september i.p.v. mei) en de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling (vier maanden extra bij aanslagbiljetten die tot 30 september verstuurd worden) (Decreet van 17 april 2020 tot tijdelijke afwijking van de VCF als gevolg van de coronacrisis, Staatsblad van 21 april 2020).

Beide maatregelen gelden alleen voor rechtspersonen, maar voor zelfstandigen verwijst Vlabel naar de mogelijkheid om soepel een afbetalingsplan te krijgen (zie hoger).

Tot slot is er een algemene verlenging afgekondigd van de termijnen in de erfbelasting en de registratiebelastingen. Het betreft voornamelijk de termijnen om een aangifte in te dienen of een akte te laten registreren, of de termijnen om voorwaarden voor gunsttarieven na te leven. Die maatregel is intussen ook al verlengd, tot 30 september 2020. Dus alle termijnen die normaal gezien afliepen tijdens de lockdown of aflopen in juni tot september, worden automatisch verlengd tot eind september.  

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Ook in Brussel wordt uitstel toegestaan voor het betalen van de onroerende voorheffing en de verkeersbelasting (en belasting op de inverkeerstelling). Maar het uitstel is algemeen, het blijft dus niet beperkt tot rechtspersonen.In tegenstelling tot Vlaanderen zullen de Brusselse aanslagbiljetten in de onroerende voorheffing op het normale tijdstip verzonden worden, maar de betalingstermijn wordt verdubbeld tot vier maanden (Bijzondere machtenbesluit nr. 2020/004 van 23 april 2020, Staatsblad van 29 april 2020).

Ook voor de verkeersbelasting wordt de betalingstermijn verdubbeld tot vier maanden. Die maatregel geldt voor alle aanslagbiljetten die worden verzonden vóór 1 oktober 2020 (Bijzondere machtenbesluit nr. 2020/021 van 20 mei 2020, Staatsblad van 28 mei 2020).

Net als in Vlaanderen worden in de successierechten en de registratierechten de termijnen verlengd waarbinnen men moet voldoen aan de voorwaarden voor gunsttarieven. Het gaat bijvoorbeeld om de termijn van vijf jaar voor wederverkopen van vastgoed als voorwaarde voor het tarief van 8 % voor beroepsverkopers (Bijzondere machtenbesluit nr. 2020/020 van 28 mei 2020, Staatsblad van 4 juni 2020). Termijnen die aflopen tussen 16 maart en 30 september 2020, worden verlengd tot 1 oktober 2020.

Ten slotte is er de algemene verlenging van de Brusselse “vervaltermijnen”. Dat betreft de termijnen om een aangifte in te dienen, om in bezwaar te gaan, om te antwoorden op een vraag om inlichtingen, of om een belastingvoordeel aan te vragen. Betalingstermijnen zijn echter uitgezonderd. De maatregel is heel ruim opgevat, want hij betreft alle Brusselse gewestbelastingen, inbegrepen de verkeersbelasting en de onroerende voorheffing, maar niet de registratie- en successierechten. Al die termijnen worden opgeschort met drie maanden (de maatregel is intussen al twee keer verlengd), van 16 maart tot 15 juni 2020. Dus een termijn die oorspronkelijk liep tot bijvoorbeeld eind maart, wordt daardoor verlengd tot eind juni (Volmachtbesluit nr. 2020/001 van 2 april 2020, Staatsblad van 9 april 2020).