Fiscus kan meer doen met inlichtingen buitenland

11/05/20

24/11/2016 - Internationaal worden steeds meer fiscale gegevens uitgewisseld. De fiscus krijgt dus steeds meer informatie binnen van collega’s uit het buitenland. Maar de belastingdiensten moeten ook nog in staat zijn om iets te doen met die informatie. Daarom wordt de wet nu aangepast, om zeker te stellen dat de fiscus de binnengekregen info ook echt kan benutten.

Bijkomend onderzoek

Een grote nieuwigheid is dat de fiscus zelf verder onderzoek mag doen op basis van de buitenlandse gegevens. Tot nu toe moesten die gegevens zelf volstaan om een aanslag te vestigen. In heel wat meer gevallen dan vroeger zal die wetswijziging dus leiden tot effectieve belastingheffing.

De fiscus heeft twee jaar om dat onderzoek te voeren.

Daarnaast mag de fiscus ook verder teruggaan in de tijd. Tot nu toe kon de fiscus een aanslag vestigen voor de vijf aanslagjaren vóór het jaar waarin hij inlichtingen uit het buitenland krijgt. Die termijn kan nu uitgebreid worden tot zeven jaar als er aanwijzingen zijn van fraude.

Teruggaan tot 2008

Met een inlichting die ontvangen wordt in 2016, kan de fiscus dus ook nog inkomsten van het jaar 2008 (aanslagjaar 2009) onderzoeken en belasten.

Een meer formele aanpassing ten slotte houdt in dat de wet herschreven wordt omdat nu niet alleen inlichtingen uitgewisseld worden op basis van dubbelbelastingverdragen maar ook op basis van specifieke akkoorden met niet-verdragslanden, Europese richtlijnen, multilaterale verdragen in het kader van de OESO of de Raad van Europa enz. Ook in al die andere gevallen mag de fiscus de informatie gebruiken.

Bron: Programmawet van 1 juli 2016, Staatsblad van 4 juli 2016