Interne meerwaarden liggen onder vuur

11/05/20

28/11/2016 - Met de nieuwste programmawet wordt een fiscaal achterpoortje gesloten dat het mogelijk maakte om belastingvrij geld uit een vennootschap te halen. Door een aanpassing van de definitie van gestort kapitaal zullen zogenaamde interne meerwaarden op aandelen niet meer aan belasting ontsnappen. Aan een kapitaalvermindering of liquidatie dreigt dus voortaan een duurder fiscaal prijskaartje te hangen.

Als een vennootschap geld uitkeert aan haar aandeelhouders, wordt dat normaal gezien belast aan 27% (binnenkort zelfs 30%). Er is wel een uitzondering voor uitkeringen van gestort kapitaal, bij een liquidatie of een kapitaalvermindering. Uitkeringen van gestort kapitaal blijven belastingvrij. Het kan dus fiscaal interessant zijn om “gewoon” kapitaal om te zetten in gestort kapitaal. Een beproefde techniek daartoe bestaat erin dat men aandelen van een werkmaatschappij inbrengt in een holding die men zelf controleert. De volledige waarde van de ingebrachte vennootschap vormt dan “gestort kapitaal” in hoofde van de holding (zgn. “step-up”).

Inbreng in holding creëert gestort kapitaal

Voorbeeld: een vennootschap wordt opgericht met een gestort kapitaal van 100. Na enkele jaren is de vennootschap 500 waard. Ze wordt vervolgens ingebracht in een holding. Daardoor heeft die laatste een gestort kapitaal van 500. Als de activiteit daarna opgedoekt wordt, had men zonder de holding slechts 100 belastingvrij kunnen uitkeren. Maar bij liquidatie van de holding komt 500 belastingvrij in handen van de aandeelhouders.

De fiscus heeft lang geprobeerd die techniek te bestrijden door op het moment van de inbreng de zogenaamde interne meerwaarde (400 in ons voorbeeld) te belasten als een divers inkomen op basis van artikel 90, 1° of 90, 9° van het WIB 1992. Maar de rechtspraak volgde de fiscus daarin meestal niet. De rulingcommissie van haar kant legde voorwaarden op als belastingplichtigen een dergelijke operatie aan haar voorlegden. Zo moesten de aanvragers van een ruling zich ertoe verbinden minstens drie jaar te wachten met een kapitaalvermindering. En de rulingcommissie voegde daar recent nog aan toe dat het zelfs dan niet uitgesloten is dat de fiscus er een geval van fiscaal misbruik in ziet.

Meerwaarde wordt uit gestort kapitaal gehaald

Heel die discussie wordt binnenkort echter overbodig door een maatregel die opgenomen is in de nieuwste programmawet, die de regering binnenkort voorlegt aan het parlement.

De maatregel betreft een aanpassing van de definitie van gestort kapitaal in artikel 184 van het WIB 1992. Van de waarde van de ingebrachte aandelen zal voortaan alleen het deel dat overeenstemt met het oorspronkelijke gestort kapitaal van de werkmaatschappij (“de aanschaffingswaarde van de ingebrachte aandelen in hoofde van de inbrenger”), beschouwd worden als gestort kapitaal in hoofde van de holding (100 in ons voorbeeld). De “meerwaarde” (400 in ons voorbeeld) zal geen gestort kapitaal meer uitmaken bij de holding en kan dus ook niet meer belastingvrij uitgekeerd worden.

Logischerwijze wordt er wel een uitzondering gemaakt voor interne meerwaarden die al bij de inbreng belast zouden zijn op basis van artikel 90 van het WIB 1992.

De maatregel betreft alleen een inbreng van aandelen. Een verkoop is uitdrukkelijk uitgesloten.

Alleen voor nieuwe inbrengen

De nieuwe regeling is van toepassing op inbrengen die gebeuren vanaf 1 januari 2017. Inbrengen uit het verleden blijven dus buiten schot. Of toch niet helemaal, want de fiscus zal specifieke controles uitvoeren om na te gaan of er geen sprake is van fiscaal misbruik.