“non bis in idem” onder druk: toch dubbele straf mogelijk?

11/05/20

25/11/2016 - Het Europese Mensenrechtenhof lijkt het fundamentele verbod op dubbele bestraffing (“non bis in idem”) af te zwakken. In een Noorse zaak heeft het Hof geen moeite met het feit dat zowel een fiscale als een strafrechtelijke sanctie opgelegd wordt voor dezelfde fraude. Nochtans ging iedereen ervan uit dat dat niet kan. Zet het Hof zijn eigen rechtspraak op zijn kop?

Het is een fundamenteel principe dat niemand twee maal bestraft kan worden voor dezelfde feiten. Die regel hoort thuis in het strafrecht en is dus eigenlijk niet van toepassing in de fiscaliteit. Maar zware fiscale sancties worden verondersteld een strafrechtelijk karakter te hebben. Dus “non bis in idem” belet wel degelijk dat de fiscus een (hoge) administratieve boete of belastingverhoging oplegt terwijl de belastingplichtige ook nog eens door de strafrechter veroordeeld wordt wegens fiscale fraude.

Fiscale en strafrechtelijke sanctie gaan niet samen

Bovendien wordt het principe “non bis in idem” traditioneel erg ruim ingevuld. Zo wordt het ook toegepast op samenhangende feiten. Er is ooit beslist dat een veroordeling voor ontdoken personenbelasting niet meer kan als er al een veroordeling voor BTW-fraude uitgesproken is, omdat beide deel uitmaakten van hetzelfde fraudemechanisme en de ene fraude niet mogelijk geweest zou zijn zonder de andere.

Daarom komt het nieuwste arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) als een verrassing. Het geschil betrof een Noorse zaak van grootschalige belastingfraude. De twee fraudeurs hadden eerst een fiscale boete gekregen en waren kort daarna nog eens veroordeeld tot een gevangenisstraf voor diezelfde fraude. Op het eerste gezicht maakt dat een duidelijke schending uit van het beginsel “non bis in idem”. De belastingplichtigen hoopten dan ook gelijk te krijgen van het Europese Hof.

.. tenzij één samenhangend systeem

Maar dat Hof ziet geen schending van het beginsel. Er is volgens het Hof geen probleem als beide procedures en sancties deel uitmaken van één samenhangend systeem. Eigenlijk is er dan slechts één procedure en één sanctie maar dan met twee onderdelen als het ware. In Noorwegen is dat blijkbaar het geval.

De vraag is of daarmee de weg wagenwijd open ligt naar een dubbele bestraffing van fiscale fraude: door de fiscus (met administratieve boetes) en door de strafrechter. In elk geval betrof de Noorse zaak een vrij specifiek geval. Zo had de strafrechter expliciet rekening gehouden met de reeds opgelegde fiscale boete om zijn strafmaat te bepalen. En omgekeerd had de fiscus doelbewust een vrij lichte boete opgelegd om alle ruimte te laten voor de verdere afhandeling van de zaak langs strafrechtelijke weg. Bovendien betrof het een van de grootste fraudezaken uit de Noorse geschiedenis, zodat het Hof wellicht niet geneigd was tot veel inschikkelijkheid.

Eerder dan een breuk met de traditionele opvattingen over “non bis in idem” moet dit arrest dan ook opgevat worden als een aansporing om de fiscale en strafrechtelijke procedures beter op elkaar af te stemmen. Daar is binnenkort volop gelegenheid toe, want de Belgische “una via”-wet (die een concretisering van het beginsel “non bis in idem” inhoudt) moet nog altijd aangepast worden na een gedeeltelijke vernietiging door het Grondwettelijk Hof.

Bron: arrest van het EHRM van 15 november 2016, A en B vs. Noorwegen