Rentevoet voor nalatigheids- en moratoriuminteresten gaat drastisch omlaag

08/05/20

12/12/2017 - Wie achterstallige belastingen moet betalen, zal vanaf volgend jaar geen onrealistisch hoge rentevoet van 7% meer aangerekend krijgen. Maar voor de fiscus is het nieuws nog beter: als hij moet terugbetalen aan de belastingplichtige, zal dat kunnen aan een lagere rentevoet dan in de omgekeerde richting. En de fiscus zal die moratoriuminteresten ook niet meer automatisch betalen.

Als de fiscus een reeds betaalde belasting moet teruggeven aan een burger, betaalt hij daarop moratoriuminteresten. Als de belastingplichtige te laat betaalt, worden hem nalatigheidsinteresten aangerekend. In beide gevallen werden die interesten tot nu toe berekend aan een rentevoet van 7%. Dat is al enige tijd absurd hoog in vergelijking tot de marktrente.

Daarom wordt, in het zog van de hervorming van de vennootschapsbelasting, de rentevoet een stuk verlaagd. Hij wordt nu gekoppeld aan de OLO-rente op 10 jaar, met een minimum van 4% voor nalatigheidsinteresten en 2% voor moratoriuminteresten. Voor volgend jaar zullen die minima ook de effectieve tarieven zijn.

2% voor fiscus, 4% voor belastingplichtige

Het verschil in tarief tussen nalatigheids- en moratoriuminteresten betekent dat de belastingplichtige meer betaalt dan de fiscus. Blijkbaar wil de regering nog altijd een element van sanctie behouden om de belastingplichtigen ertoe aan te zetten alles netjes op tijd te betalen. En met een moratoriuminterest die ongeveer gelijk is aan de actuele marktrente, verdwijnt ook het fenomeen dat “te veel” belastingen betalen (die later terugbetaald moeten worden) in bepaalde omstandigheden kon uitgroeien tot een interessante belegging voor de belastingplichtige (aan 7% op kosten van de fiscus), merkt de regering op.

Belastingplichtige moet er nu om vragen

Een belangrijke nieuwigheid is ook dat de moratoriuminteresten niet meer automatisch beginnen te lopen. De belastingplichtige moet er expliciet om vragen. Hij moet de fiscus immers in gebreke stellen. Gelukkig kan dat ook in het bezwaarschrift, dus zonder veel extra formaliteiten. Maar wie talmt of vergeetachtig is, riskeert dus (een deel van de) moratoriuminteresten mis te lopen.

Ten slotte wordt een bijkomende uitzondering geïntroduceerd. De fiscus zal geen moratoriuminteresten moeten betalen in gevallen waarin het onmogelijk was om het geld terug te storten omdat de belastingplichtige niet geïdentificeerd of gelokaliseerd kon worden. De regering wil vermijden dat iemand een tijd “spoorloos verdwijnt” naar het buitenland en dan een hele tijd later opnieuw opduikt om de terugbetaling te claimen met een pak moratoriuminteresten erbovenop.