Privégebruik van computer of smartphone wordt minder zwaar belast

08/05/20

17/11/2017 - De fiscus houdt rekening met de realiteit dat elektronica de laatste jaren heel wat goedkoper geworden is. Daarom wordt nu een verlaging aangekondigd van de forfaitaire waardering van het voordeel van alle aard voor het privégebruik van o.m. een PC. Bovendien komt er eindelijk zekerheid voor GSM’s en smartphones.

Voor het privégebruik van een toestel dat de werkgever of de vennootschap gratis ter beschikking stelt, wordt de gebruiker belast op een zogenaamd voordeel van alle aard. In principe moet dat voordeel berekend worden op basis van de “werkelijke waarde”. Maar om onzekerheid en betwistingen te voorkomen, somt de wet een hele reeks forfaitaire waarderingen op.

Voor het privégebruik van een PC werd tot nu toe een forfaitair bedrag van 180 euro per jaar aangerekend. Voor een internetaansluiting kwam daar 60 euro per jaar bij (artikel 18 KB/WIB 1992).

Over een tablet, GSM of smartphone zweeg de wet. In de praktijk greep men meestal terug naar het sociale forfait van 12,5 euro per maand (dus in principe 150 euro per jaar) dat de RSZ hanteerde. Maar het kon toch nog gebeuren dat een controleur daar moeilijk over deed. Voor een tablet – dat soms gelijk gesteld werd met een computer en dan weer niet – was er nog minder duidelijkheid.

Smartphone of tablet: 36 euro per jaar plus 48 voor abonnement

Aan die onzekerheid komt nu een einde. Voor een mobiele telefoon wordt voor het eerst een officiële forfaitaire waardering ingevoerd in de fiscale wetgeving: 36 euro per jaar per toestel, plus eventueel 48 euro per jaar als de werkgever of vennootschap ook het abonnement voor zijn rekening neemt. In totaal dus 84 euro per jaar.

Voor een tablet gelden dezelfde bedragen.

Voor een desktop- of laptop-PC wordt de officiële waardering meer dan gehalveerd. Het voordeel bedraagt nu 72 per jaar per computer. Voor een internetaansluiting op kosten van de werkgever wordt onveranderd 60 euro per jaar aangerekend (ongeacht het aantal toestellen).

De nieuwe bedragen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2018.

Bron: Koninklijk Besluit van 2 november 2017, Staatsblad van 13 november 2017