Versoepeling recht op aftrek BTW

08/05/20

14/10/2017 - In een Circulaire van 12 oktober 2017 kondigt de fiscus aan zich voor de BTW-aftrek te schikken naar het “substance-over-form”-principe, zoals ingesteld door het Europees Hof. Onregelmatige facturen verhinderen bijgevolg de aftrek niet. 

In de Circulaire worden vooreerst de aftrekvoorwaarden in herinnering gebracht:

- Materiële voorwaarde: de aan de belastingplichtige geleverde goederen of verstrekte diensten moeten worden gebruikt voor het verrichten van de handelingen die recht op aftrek verlenen (zie art. 45 WBTW).

- Formele voorwaarde: in het bezit zijn van factuur waarop de vermeldingen voorkomen bedoeld in artikel 5 KB nr. 1 (zie art. 3, § 1, 1° KB nr. 3).

Bedoeld artikel 5 KB nr. 1 voorziet in een lange lijst van verplichte vermeldingen, zodat foutieve of onvolledige facturen zeker niet uit te sluiten zijn, zo wijst overigens de praktijk (bijna dagdagelijks) uit.

In een zeer strikte toepassing van de wet zouden dergelijke ‘slechte’ facturen geen recht op aftrek geven.

Maar de Europese rechtspraak ziet dit terecht geheel anders, en zo komen wij dan bij het eerder aangehaald principe “substance over form”.

Het Europees Hof aan het woord: “ Het Hof heeft geoordeeld dat het basisbeginsel van neutraliteit van de BTW verlangt dat aftrek van voorbelasting wordt toegestaan indien de materiële voorwaarden daartoe zijn vervuld, ook wanneer een belastingplichtige niet voldoet aan bepaalde formele voorwaarden. Wanneer de belastingdienst over de nodige gegevens beschikt om vast te stellen dat is voldaan aan de materiële voorwaarden, mag hij bijgevolg voor het recht van de belastingplichtige op aftrek van die belasting geen nadere voorwaarden stellen die tot gevolg kunnen hebben dat de uitoefening van dat recht wordt verhinderd” (H.v.J. 15 september 2016 inzake Barlis t. Autoridade Tributária e Aduaneira, zaak C-516/14, punt 42).

Het belang van de bewijswaarde van een regelmatige factuur wordt dus door het Hof genuanceerd, zo wordt gesteld in de Circulaire (randnr. 10). Er kunnen immers omstandigheden bestaan waarin de gegevens geldig kunnen worden vastgesteld aan de hand van andere middelen dan een factuur (randnr. 11). De administratie mag zich er dus niet toe beperken de factuur zelf te onderzoeken, maar zij moet ook rekening houden met aanvullende informatie die de belastingplichtige verstrekt (randnr. 12).

In geval van onregelmatige of onvolledige facturen, zal de fiscus in de toekomst het recht op aftrek beoordelen (randnr. 16):

- op basis van een gecorrigeerde factuur (art. 53, § 2, derde lid WBTW en art. 12 KB nr. 1) en/of

- in combinatie met aanvullende bewijskrachtige stukken die ondubbelzinnig betrekking hebben op de factuur die door de belastingplichtige worden voorgelegd (tijdens de controle), zoals contracten, bestelbonnen, offertes, correspondentie, etc.

Goed om weten bij een volgende controle.

Bron