1 januari 2019: nieuwigheden particulieren
18/01/2019 - Traditioneel treden bij het begin van het nieuwe jaar heel wat nieuwe fiscale maatregelen in werking. Deze keer is dat niet anders, ondanks de val van de regering.
In de personenbelasting gaat het vooral om de laatste uitlopers van de fameuze ‘taxshift’ die eind 2015 is doorgevoerd (zie ons artikel “Tax shift zorgt voor lagere personenbelasting”). De laatste fase van die taxshift treedt, zoals gepland, in werking op 1 januari 2019 (aanslagjaar 2020). De belastingdruk voor iedereen zal verder dalen dankzij een hogere belastingvrije som en een verdere uitbreiding van de inkomensschijf die aan 40% wordt belast. Daardoor vermindert het bedrag dat in de hoogste schijf belast wordt.
Een meer specifieke doelgroep betreft de belastingplichtigen die gratis een woning of een ander onroerend goed ter beschikking gesteld krijgen. Zij worden forfaitair belast op dat voordeel in natura. De formules om het bedrag van dat voordeel te berekenen, worden aangepast (zie ons artikel “Voordeel van alle aard woning: nieuwe coëfficiënt is 2”).
Voor werknemers bestaat nu de mogelijkheid om een (fiscaal begunstigd) vrij aanvullend pensioen af te sluiten, in gevallen waarin de werkgever geen of slechts een laag aanvullend pensioen opbouwt.
Voorts wordt de nieuwe vrijstelling voor dividenden al verhoogd, tot 800 euro. Die vrijstelling van roerende voorheffing verving vorig jaar gedeeltelijk de vrijstelling voor spaarboekjes.
Zoals elk jaar stijgen de tarieven voor een fiscale regularisatie op 1 januari. Voor fiscaal verjaarde kapitalen bijvoorbeeld klimt het tarief van 38% tot 39%.
Een gevolg van een beslissing van enkele jaren geleden is ook de verhoging van de “werkbonus”, het belastingkrediet voor lage activiteitsinkomens.
Ten slotte is ook een opvallende proceduremaatregel te signaleren. Gratieverzoeken, d.w.z. verzoeken om kwijtschelding van een fiscale sanctie, zijn geen bevoegdheid van de minister meer. In plaats daarvan moet het verzoek gericht worden aan de bemiddelingsdienst (zie ons artikel “Fiscaal genaderecht wordt overgedragen van minister naar Bemiddelingsdienst”).
Het regentsbesluit van 18 maart 1831 is dus niet meer van toepassing, althans niet voor de inkomstenbelastingen. Het koninklijk besluit met de nieuwe regeling is op de valreep nog gepubliceerd in het Staatsblad van 31 december 2018.
Op het regionale niveau, voor het Vlaamse Gewest, is een vrijstelling van de inschrijvingstaks (belasting op inverkeerstelling) ingevoerd voor elektrische motorfietsen. Voor elektrische auto’s bestond die al. Voorts geldt er een nieuwe vrijstelling in de onroerende voorheffing voor de ombouw van een winkel tot een woning (zie ons artikel “Fiscale stimulans voor ombouw van winkel tot woning”) en een verlaagd tarief voor sociale huurwoningen. Tot slot worden enkele weinig gebruikte belastingverminderingen gewoon geschrapt met ingang van 1 januari 2019 (zie ons artikel “Vlaanderen schaft weinig gebruikte belastingvoordelen af”).