Vlaanderen schaft weinig gebruikte belastingvoordelen af

07/05/20

12/11/2018 - Enkele zogenaamde “fiscale koterijen” worden gesloopt. Het Vlaamse Gewest houdt namelijk “grote kuis” in de talloze fiscale gunstmaatregelen, met het oog op vereenvoudiging van de wetgeving. Veel van die fiscale voordelen werden nauwelijks gebruikt omdat ze te complex waren of overlapten met andere maatregelen.

De opvallendste ingrepen betreffen de belastingverminderingen in de personenbelasting. Voortaan is het niet meer mogelijk een belastingvermindering te vragen voor:
    - renovatie van een woning in een achtergestelde stadswijk (een “zone voor positief grootstedelijk beleid”)
    - renovatie van een woning die verhuurd wordt via een sociaal verhuurkantoor (“tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven”)
    - een zogenaamde mama-papalening (renovatieovereenkomst).

Geen impact op reeds toegekende voordelen

Al die gunstmaatregelen verdwijnen vanaf volgend jaar (inkomstenjaar 2019). Maar wie al ingestapt is, blijft alle voordelen behouden. De vermindering voor sociale huurwoningen bijvoorbeeld werd gespreid over negen jaar. Voor uitgaven voor renovatie die gedaan worden tot en met 31 december 2018 verandert er dus niets en zal voor de komende negen jaar nog steeds een belastingvermindering toegekend worden.

Nieuw voordeel voor sociale huurwoningen

Eigenaars van sociale huurwoningen hoeven echter niet te wanhopen. In de plaats van de belastingvermindering komt immers een nieuwe gunstmaatregel. Voor eigendommen die door een erkend sociaal verhuurkantoor worden gehuurd, geldt voortaan een verder verlaagd basistarief van de onroerende voorheffing: 2,4% in plaats van het “gewone” verlaagd tarief van 2,54% voor sociale woningen. Bijkomend goed nieuws is dat de fiscus het nieuwe verlaagd tarief automatisch toepast. Die nieuwe gunstmaatregel geldt bovendien algemeen en blijft dus niet beperkt tot kosten van een renovatie, zoals de vroegere belastingvermindering.

Ruilverkaveling

Een andere weinig gebruikte maatregel wordt nieuw leven ingeblazen door hem te hervormen. Er bestond met name een gunsttarief in de registratiebelasting (verkooprecht van slechts 6%) voor ruilovereenkomsten van landbouwgrond. Die maatregel kon in de prakrijk echter niet meer toegepast worden omdat een van de voorwaarden eigenlijk niet meer te vervullen was. Die voorwaarde luidde dat de verkoopwaarde van beide geruilde kavels samen niet hoger mocht zijn dan 350 maal het kadastraal inkomen. Maar doordat het kadastraal inkomen nauwelijks evolueert, terwijl de grondprijzen wel stijgen, werd het steeds moeilijker om onder die drempel te blijven. Daarom wordt die voorwaarde nu geschrapt en vervangen door een oppervlaktecriterium.
De oppervlakte mag hoogstens 5 hectare bedragen.

Ook in de verkeersbelasting bestonden er tot voor kort nog tal van belastingvoordelen die eigenlijk geen enkele zin meer hadden. Het is dan ook niet meer dan logisch dat die geschrapt worden. Van de vrijstelling voor voertuigen die in havens ingezet worden, werd bijvoorbeeld slechts in enkele tientallen gevallen gebruik gemaakt. En er bestond zelfs nog een overgangsregime voor voertuigen van landbouwers die al van vóór 1965 in gebruik waren. Het hoeft geen betoog dat die vrijstelling elke relevantie verloren had.
 

Bron: Decreet van 22 juni 2018 houdende de rationalisering van fiscale gunstmaatregelen, Staatsblad van 24 juli 2018