Fiscale cijfers voor 2020
10/03/2020 - In de eerste maanden van het jaar publiceert de fiscus traditioneel de nieuwe fiscale cijfers als die geïndexeerd of op een andere manier aangepast moeten worden. Hieronder brengen we de belangrijkste cijfers uit de diverse berichten in het Staatsblad, op de website van de fiscus of uit circulaires voor u samen.
Aanslagjaar 2021, inkomstenjaar 2020
De grote tabel met geïndexeerde bedragen is gepubliceerd in het Staatsblad van 13 februari 2020. Onderaan dit artikel geven we een uittreksel, met enkele van de relevantste cijfers.
- Kadastrale inkomens
De indexeringscoëfficiënt van de kadastrale inkomens bedraagt 1,8492 voor inkomsten van 2020.
Die coëfficiënt moet ook gebruikt worden bij de berekening van het voordeel van alle aard voor het gratis gebruik van een woning
- Bedrijfswagens
Het voordeel van alle aard m.b.t. een firmawagen gaat dit jaar een klein beetje omlaag, omdat de referentie-CO2-uitstoot in de berekeningsformule aangepast wordt aan de evolutie van de gemiddelde uitstoot van het wagenpark (zie ook ons artikel “Belasting op bedrijfswagen gaat (opnieuw) omlaag i.p.v. omhoog”). De referentie-uitstoot voor inkomstenjaar 2020 bedraagt 91 g/km voor auto’s met dieselmotor en 111 g/km voor auto’s met benzinemotor.
- Notionele interestaftrek (aftrek voor risicokapitaal)
Voor aanslag jaar 2021 is nog geen officieel cijfer beschikbaar, maar we weten al dat het tarief negatief is. Dat wil zeggen dat de notionele interestaftrek in de praktijk niet van toepassing is voor grote vennootschappen. Voor kleine vennootschappen zou het tarief uitkomen op 0,408%.
- Materieel en outillage
De onroerende voorheffing op materieel en outillage in het Vlaams Gewest bedraagt 2,59% voor inkomsten van 2020 (voor de onroerende voorheffing is dat ook het aanslagjaar). Omdat het gewest niet bevoegd is om de indexering van de kadastrale inkomens af te schaffen, wordt hetzelfde effect op een onrechtstreekse manier bereikt door elk jaar de aanslagvoet in de onroerende voorheffing te verminderen en zo de jaarlijkse federale indexering te compenseren.
Ter herinnering: het basistarief voor de onroerende voorheffing (waarop de correctie voor materieel en outillage toegepast wordt) is twee jaar geleden verhoogd van 2,5% tot 3,97%. Omdat tegelijk de provinciale en gemeentelijke opcentiemen evenredig gedaald zijn, is er per saldo echter niets veranderd.
De nominale stijging van het specifieke tarief voor materieel en outillage van 1,73% in 2017 tot 2,59% nu, houdt dus geen belastingverhoging in. Integendeel: door het neutraliseren van de indexering kennen we opnieuw een daling in reële termen.
Aanslagjaar 2020, inkomstenjaar 2019
Enkele andere pas gepubliceerde bedragen betreffen aanslagjaar 2020 (inkomsten van 2019) en zijn dus al van belang voor de aangiften die binnen een paar maanden ingediend moeten worden.
- Motorbrandstofprijs
Als het te moeilijk is om alle bewijsstukken bij te houden waaruit blijkt wat men effectief uitgegeven heeft aan brandstof voor zijn auto, aanvaardt de fiscus dat de kosten berekend worden aan de hand van de gemiddelde officiële brandstofprijs. De fiscus heeft voor 2019 de volgende gemiddelde prijzen meegedeeld (incl. BTW):
- diesel: 1,5215 euro
- benzine 95 oct: 1,4733 euro (E10)
- benzine 98 oct: 1,5401 euro (E10)
- LPG: 0,5101 euro
- Rekening-courant
De fiscus publiceert elk jaar de referentierentevoeten waarmee het belastbare voordeel van alle aard van een goedkope of gratis lening berekend wordt. Vooral de “niet-hypothecaire leningen zonder vaste looptijd” zijn belangrijk omdat de referentierentevoet daarvan bepaalt hoe een voorschot in rekening-courant belast wordt. De referentierentevoet in kwestie bedraagt 8,78% voor voorschotten waarover men in 2019 heeft beschikt.
- Notionele interestaftrek (aftrek voor risicokapitaal)
Het tarief voor de notionele interestaftrek is opnieuw gedaald. Het bedraagt 0,726% voor aanslagjaar 2020. Voor kleine vennootschappen komt er nog een half percentpunt bij, zodat zij een tarief van 1,226% kunnen toepassen.
Tabel geïndexeerde bedragen (aanslagjaar 2021)
Enkele geïndexeerde bedragen voor aanslagjaar 2021 (telkens in euro):
- Vrijgesteld bedrag op een spaarboekje: 990
- Vrijgesteld bedrag aan dividenden: 812
- Minimumbedrag voordeel alle aard bedrijfswagen: 1360
- Maximum van de inkomsten uit auteursrechten dat belast wordt als roerende inkomsten: 62090
- Grensbedrag waarboven een inkomen uit de deeleconomie en uit bijklussen als beroepsinkomen wordt belast: 6340
- Vrijgesteld gedeelte van de terugbetaling van kosten van woon-werkverkeer: 410
- Vrijgesteld bedrag loonbonus: 2968
- Vrijgestelde fietsvergoeding (maximum per km) en forfaitaire aftrek fietskosten (per km): 0,24
- Maximum van het beroepskostenforfait:
- werknemers (bezoldigingen) en zelfstandigen (winst): 4880
- bedrijfsleiders: 2580
- baten: 4290
- Grensbedrag van de persoonlijke beroepsinkomsten van een meewerkende echtgenoot: 14400
- Aftrekbare gift (minimumbedrag): 40
- Woonbonus (maximale aftrek:
- 2280 in Vlaanderen voor bestaande leningen
- 1520 in Vlaanderen voor leningen vanaf 1.1.2015 tot 31.12.2019 (niet meer voor nieuwe leningen vanaf 1.1.2020 – zie ons artikel “Wat is er nieuw op 1 januari voor particulieren?”)
- 2480 in Brussel (alleen nog voor bestaande leningen)
- 2290 in Wallonië (alleen nog voor bestaande leningen)
- 2390 voor woning die men niet meer zelf betrekt (“federale woonbonus”)
- verhoging indien enige woning: 760 in Vlaanderen en Wallonië, 830 in Brussel (800 voor woning die men niet meer zelf betrekt)
- verhoging indien drie kinderen ten laste: 80
- Hoogste belastingschijf (50%-tarief op inkomen boven…): 41060
- Maximumbedrag van de bestaansmiddelen die bepalen of iemand ten laste blijft: 338
- Loon van een jobstudent of student-ondernemer dat niet meetelt als bestaansmiddel: 2820
- Pensioensparen (maximumbedrag): 990 (aan 30% vermindering) of 1270 (aan 25%)
- Bedrijfsvoorheffing: grensbedrag voor maandelijkse doorstorting: 4139
- Kosteloze verstrekking aan bedrijfsleider van:
- verwarming: 2060
- elektriciteit: 1030