Gunsttarief voor pensioenkapitaal
18/03/2019 - Zowel voor werknemers als zelfstandigen wordt een einde gemaakt aan een discrepantie in het belastingstelsel van pensioenkapitalen. Het gunsttarief van 10% krijgt daardoor een ruimer toepassingsgebied.
Wie met pensioen gaat en zijn opgespaarde pensioenkapitaal opneemt, betaalt daarop slechts 10% belasting. Dat gunsttarief is gekoppeld aan twee voorwaarden: 1) de betrokkene moet “effectief actief” gebleven zijn tot aan zijn/haar pensionering, en 2) het pensioenkapitaal mag pas opgenomen worden bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd.
Aan die laatste voorwaarde wordt nu gesleuteld. De wettelijke pensioenleeftijd ligt momenteel op 65 jaar. Binnen enkele jaren wordt dat opgetrokken tot 66 (2025) en daarna tot 67 jaar (2030). Maar volgens de pensioenwetgeving is het mogelijk om al vóór die leeftijd met pensioen te gaan, met name als men een loopbaan heeft gehad van 45 jaar (een zogenaamde “volledige loopbaan”).
Wie op zijn 18e is beginnen te werken, hoeft dus niet te wachten tot hij/zij 65 is maar kan dus al op de leeftijd van 63 een punt zetten achter zijn/haar carrière. Fiscaal gezien kwam men dan echter voor een probleem te staan: bij uitkering van het pensioenkapitaal was belasting aan het laagste tarief niet mogelijk. In plaats van aan 10% werd het kapitaal belast aan 16,5%.
Een wetswijziging maakt nu een einde aan die “discriminatie”. De tweede genoemde voorwaarde wordt herschreven om ook rekening te houden met het bereiken van een “volledige loopbaan”. Daardoor is het voor iemand die 45 jaar gewerkt heeft, ook mogelijk om het pensioenkapitaal op te nemen aan 10% vóór de leeftijd van 65.
VAPZ
Voor het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) geldt een vergelijkbare aanpassing. Een uitgekeerd pensioenkapitaal in dat stelsel wordt gespreid belast volgens het systeem van de fictieve rente. Daaraan verandert niets. Maar er bestaat een gunstregime dat inhoudt dat slechts 80% van het pensioenkapitaal omgezet wordt in een fictieve rente voor fiscale doeleinden,en dat dus 20% niet belast wordt.
Dat gunstregime was gekoppeld aan dezelfde twee voorwaarden als het 10%-tarief hierboven: 1) de betrokkenen moeten “effectief actief” gebleven zijn tot aan hun pensionering, en 2) het pensioenkapitaal mag pas opgenomen worden bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd. Logischerwijze wordt die laatste voorwaarde nu op dezelfde manier aangepast en versoepeld door een verwijzing naar een “volledige loopbaan”.
De wetswijziging is van toepassing vanaf 1 januari 2019.
Bron: Wet van 27 februari 2019 tot wijziging van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 wat de notie wettelijke pensioenleeftijd betreft, Staatsblad van 15 maart 2019, blz. 27124.