Investeringsaftrek steekt volgend jaar in nieuw jasje
Vanaf 2025 ziet de investeringsaftrek er een stuk gestructureerder uit. De huidige waslijst aan verschillende percentages wordt overzichtelijk ingedeeld in drie “sporen”: van basis over thematisch tot technologieaftrek. De investeringsaftrek wordt bovendien in veel gevallen voordeliger dan nu, met een percentage dat kan oplopen tot 40%. De nadruk ligt duidelijk op het aanmoedigen van groene en hoogtechnologische investeringen. Dat brengt hier en daar echter ook strengere voorwaarden met zich mee.
De investeringsaftrek komt neer op een bijkomende aftrek ten belope van een bepaald percentage van de aanschaffingswaarde van investeringen (of van de jaarlijkse afschrijving in het geval van de gespreide investeringsaftrek).
Dat percentage ligt momenteel vast op 8% voor “gewone” investeringen, maar alleen voor kleine vennootschappen. Daarnaast geven een groot aantal specifieke investeringen recht op een hoger percentage, dat echter schommelt van jaar tot jaar in functie van de inflatie. Dat gaat van rookafzuigsystemen over elektrische vrachtwagens en hun laadinfrastructuur tot investeringen in beveiliging, naast een reeks ruimer geformuleerde categorieën voor energiebesparende investeringen en groene R&D. Voor die laatste liep het percentage vorig jaar op tot 20,50% maar het zal naar verwachting dit jaar een stuk lager uitvallen (15,50%).
Heel dat systeem wordt vanaf 1 januari 2025 nieuw geordend.
Algemeen spoor: 10% of 20%
Onderaan in de hiërarchie staat dan een “algemeen spoor” of basisaftrek voor alle mogelijke investeringen die ook al onder het huidige systeem recht geven op de investeringsaftrek (dat wil zeggen dat bijvoorbeeld personenauto’s en aan derden afgestane activa uitgesloten blijven).
Dat algemene spoor wordt wel interessanter, want het percentage stijgt van 8% tot 10%. Grote vennootschappen blijven echter uitgesloten.
Ook uitgesloten zijn investeringen die niet milieuvriendelijk geacht worden. De lijst daarvan zal later nog vastgelegd worden.
Anderzijds komt er, nog steeds binnen het algemene spoor, een verhoogde investeringsaftrek voor digitale investeringen (zie ook al ons artikel “Fiscale incentives om kost van elektronische facturering te verlichten”). Het percentage daarvan bedraagt 20%.
Gericht spoor: 30% of 40%
Een “gericht spoor” groepeert voortaan de meeste “thematische” aftrekken. Men speekt dan ook van de “verhoogde thematische aftrek”. Deze categorie staat open voor zowel kleine als grote vennootschappen. Die laatste moeten dan wel genoegen nemen met een lager percentage.
Er wordt trouwens gesnoeid in de wirwar van percentages. Onder het nieuwe systeem zal een algemeen percentage van 40% van toepassing zijn. Althans voor zelfstandigen en kleine vennootschappen. Grote vennootschappen moeten het stellen met een investeringsaftrek van 30%. Een gespreide investeringsaftrek zal niet meer mogelijk zijn binnen deze categorie.
De lijst met specifieke investeringen die in aanmerking komen voor het tarief van 30% of 40%, moet nog vastgelegd worden. Maar het gaat voornamelijk om groene en digitale investeringen. Investeringen in koolstofemissievrij vervoer en in hernieuwbare energie worden als voorbeelden genoemd. De gedetailleerde lijst moet meer zekerheid bieden over welke investeringen juist in aanmerking komen en zal periodiek geactualiseerd worden (in principe om de drie jaar) om rekening te houden met nieuwe technologieën en evoluties. Toch zal nog een attest nodig blijven waarin de bevoegde overheid bevestigt dat de betrokken investering beantwoordt aan een van de items op de lijst.
Specifiek spoor: technologieaftrek van 13,5%
De bestaande investeringsaftrek voor octrooien en die voor milieuvriendelijke investeringen in O&O (onderzoek en ontwikkeling) worden gegroepeerd in een nieuw “specifiek spoor” of “technologieaftrek”. Omdat het gaat om de voortzetting van een bestaand regime, wordt ook aan het gekende percentage vastgehouden. Althans aan het percentage dat van toepassing was voor aanslagjaar 2023: 13,5%. Het percentage wordt nu vastgelegd in de wet, zal dus niet meer schommelen door indexeringen. Het percentage van toen (waar de uitzonderlijk hoge inflatie van 2022 nog geen invloed op had) is gekozen omdat het representatief wordt geacht voor een “normale” inflatie van 2%. Zoals onder het huidige systeem zullen ook grote vennootschappen in aanmerking komen voor de technologieaftrek.
De mogelijkheid om de investeringsaftrek te spreiden, die onder het huidige systeem bestaat, blijft ook behouden voor deze derde categorie. Voor de gespreide technologieaftrek ligt het percentage op 20,5%.
Daarnaast blijft de speciale investeringsaftrek van 30% voor zeeschepen gewoon voortbestaan, een beetje buiten de drie nieuwe categorieën of “sporen”.
De hervorming van de investeringsaftrek is opgenomen in de komende wet houdende diverse fiscale bepalingen.
Bron: https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/3865/55K3865001.pdf