Juridische constructie vergeten in aangifte wordt streng bestraft

11/05/20

25/07/2016 - Sinds enkele jaren moeten oprichters of begunstigden van een “juridische constructie” dat melden in hun aangifte in de personenbelasting (of rechtspersonenbelasting). Sinds 2015 wordt bovendien de zogenaamde kaaimantaks geheven op de inkomsten van dergelijke constructies. Op die manier kan iemand die zijn vermogen onderbrengt in bijvoorbeeld een buitenlandse trust, toch nog belast worden op de inkomsten uit dat vermogen (zie ons artikel “Met Kaaimantaks kijkt fiscus door buitenlandse constructies heen”). Gezien de gespannen begrotingssituatie zijn er enkele maatregelen genomen om zeker te stellen dat die maatregel “rendeert” voor de Schatkist.

In de aangifte voor aanslagjaar 2016 (die via een mandataris nog ingediend kan worden tot 27 oktober 2016) worden al bijkomende gegevens gevraagd, zoals een volledige identificatie van de constructie en de naam en het adres van de beheerder als het om een trust gaat.

Via de pas gepubliceerde programmawet wordt daar nog een strenge sanctie aan toegevoegd. Wie “vergeet” het bestaan van een juridische constructie te melden in zijn aangifte, kan een specifieke boete krijgen van 6.250 euro per niet aangegeven constructie. Tot nu toe waren dan de “algemene” boetes van toepassing, d.w.z. in principe “slechts” 1.250 euro. Wie meerdere keren na elkaar niets meldt, kan de boete krijgen voor elk aanslagjaar afzonderlijk. De boete komt bovenop eventuele belastingverhogingen op de niet aangegeven inkomsten.

De maatregel geldt vanaf 4 juli. Hij is dus nog niet van toepassing op eerder ingediende aangiftes.

Bron: Programmawet van 1 juli 2016, Staatsblad van 4 juli 2016 (artikel 49)