buitenlandse spaarboekjes niet langer gediscrimineerd
09/07/2017 - Tot enkele jaren geleden was de vrijstelling voor interest op spaarboekjes (voor de eerste schijf van 1.880 euro aan rente) voorbehouden aan Belgische spaarboekjes. Dat was evident in strijd met de Europese regels, zodat de wet aangepast werd in 2014. Sindsdien komen deposito’s bij banken uit andere EER-landen ook in aanmerking voor de vrijstelling (de EER – Europese Economische Ruimte – is de EU plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein).
Maar de wetswijziging veranderde niets aan de andere voorwaarden voor de vrijstelling. Sommige daarvan zijn zo typisch Belgisch dat banken uit andere landen er in de praktijk moeilijk of zelfs onmogelijk aan kunnen voldoen. In de praktijk bleven buitenlandse spaarrekeningen dus uitgesloten van de vrijstelling.
Indirecte discriminatie doordat voorwaarden te streng?
Algauw werd dan ook de vraag opgeworpen of dat geen blijvende schending uitmaakt van de Europese regels – niet volgens de letter van de wet maar wel de facto. Belgen worden nog altijd gehinderd als ze hun spaargeld in een ander Europees land willen onderbrengen. En buitenlandse banken ondervinden een belemmering als ze Belgische cliënten proberen te werven.
Het Europese Hof van Justitie heeft daarover nu uitspraak gedaan. Als de voorwaarden zo moeilijk te vervullen zijn voor buitenlandse banken dat het voor hen de facto onmogelijk wordt om Belgische spaarders aan te trekken, dan zijn de Europese regels inderdaad geschonden. Het volstaat niet dat er volgens de letter van de wet geen discriminatie is.
Hof van Justitie laat eindoordeel over aan Belgische rechter
Maar het Hof van Justitie zegt zelf niet of de voorwaarden werkelijk te streng zijn. Die vraag schuift het door naar de Belgische rechter. Die moet nu concreet onderzoeken of de voorwaarden daadwerkelijk beletten dat buitenlandse spaarboekjes in aanmerking komen voor de vrijstelling.
In theorie kan het dus nog alle kanten op. Het is zelfs niet uitgesloten dat verschillende rechters tot verschillende conclusies komen. Wel laat het Hof van Justitie doorschemeren dat alvast de voorwaarde van een getrouwheidspremie niet door de beugel kan.
In afwachting van een definitieve uitspraak lijkt het arrest een uitstekend argument om de vrijstelling voor buitenlandse spaarrekeningen al toe te passen in de aangifte in de personenbelasting die rond deze tijd ingediend moet worden. Wellicht komt ook de politieke discussie in een stroomversnelling door dit arrest. Voorzichtige plannen om de spaarfiscaliteit te hervormen, circuleren immers opnieuw op regeringsniveau.