Consumptiecheque moet mee coronacrisis bekampen

Bad corona
13/08/20

Om de economie er weer bovenop te helpen na de covid-19-pandemie, gooit de regering een hele reeks wapens in de strijd. Een daarvan is de consumptiecheque. Naar het voorbeeld van de gekende maaltijdcheques, kunnen werkgevers die (fiscaal voordelig) uitdelen aan hun werknemers. Die moeten de cheques vervolgens besteden in de sectoren die het meest te lijden gehad hebben onder de lockdown, met name de horeca, de cultuursector, de sportsector en de kleinhandel. Zo krijgen die sectoren zonder directe subsidies toch een steuntje in de rug.

 

Aan het rijtje van de maaltijdcheque, de sportcheque, de cultuurcheque en de ecocheque kunnen we nu een vijfde soort fiscaal begunstigde “cheque” toevoegen: de consumptiecheque. Het grote voordeel voor de werknemer die dergelijke cheques krijgt, is dat er geen belasting op betaald hoeft te worden. Het gaat dus om een fiscaal zeer interessante vorm van verloning.

Tijdelijke maatregel

Maar er zijn ook essentiële verschillen met de bestaande cheques zoals maaltijdcheques. Om te beginnen gaat het bij de nieuwe variant om een tijdelijke maatregel. Consumptiecheques kunnen alleen uitgereikt worden in 2020. Na 31 december 2020 is het afgelopen. De uitgereikte cheques zelf verliezen dan weliswaar niet onmiddellijk hun geldigheid. Ze kunnen nog gebruikt worden tot 7 juni 2021.

Aftrekbare beroepskost

Een ander essentieel verschil is dat het bedrag van de cheques een aftrekbare kost vormt voor de werkgever. Er is dus een dubbele fiscale incentive (bij de werknemer én de werkgever) om gebruik te maken van het systeem.

Consumptiecheques kunnen niet enkel aangekocht worden bij de klassieke organisaties die gespecialiseerd zijn in de uitgifte van maaltijdcheques en andere cheques en vouchers. De werkgevers kunnen ze ook rechtstreeks aankopen bij de inrichtingen waar ze besteed kunnen worden, of bij lokale overheden.

300 euro per werknemer

Elke uitgereikte cheque mag een waarde hebben van ten hoogste 10 euro. Elke werknemer mag in totaal voor maximaal 300 euro aan consumptiecheques ontvangen.

Aanvankelijk was het de bedoeling dat consumptiecheques alleen op papier uitgereikt zouden kunnen worden. Maar met een apart wetsvoorstel is daar verandering in gebracht. Ook elektronische consumptiecheques zijn nu mogelijk.

Met hetzelfde wetsvoorstel is bovendien het toepassingsgebied uitgebreid. De consumptiecheque blijft bedoeld als een vorm van steun aan de sectoren die het meest te lijden gehad hebben onder de verplichte lockdown in de periode van maart tot mei. De cheque kan dus alleen in die sectoren besteed worden. Oorspronkelijk was daarbij alleen gedacht aan de horeca en aan de cultuur- en sportsector. Voor de culturele sector moet het overigens gaan om inrichtingen die erkend of gesubsidieerd zijn door de overheid. Voor de sportsector moet het gaan om een vereniging die behoort tot een erkende (nationale of regionale) federatie.

Ook kleinhandel

Aan die sectoren is via het genoemde wetsvoorstel een vierde toegevoegd: de kleinhandel. Er zijn wel strikte voorwaarden. Zo moet de vestiging langer dan één maand verplicht gesloten geweest zijn tijdens de lockdown. En de consument moet fysiek aanwezig zijn in de zaak tijdens de aankoop. De consumptiecheque kan dus niet gebruikt worden voor een online aankoop. Bovendien kan de cheque alleen besteed worden in een zogenaamde microvennootschap. Dat houdt onder meer in dat de handelszaak niet meer dan 10 personeelsleden mag tewerkstellen (als jaargemiddelde) en een jaaromzet van minder dan 700.000 euro moet hebben. Grote winkelketens zijn dus uitgesloten.

Interessant is dat de handelszaak niet alleen goederen maar ook diensten mag aanbieden. Dat wil zeggen dat een consumptiecheque in principe niet alleen in winkels maar bijvoorbeeld ook bij een kapper of een schoonheidsspecialiste besteed mag worden.

Op dat punt zal de regeling vermoedelijk nog verder verduidelijkt worden. Ook op andere punten zijn er trouwens nog onduidelijkheden.

En bedrijfsleiders?

Een van de belangrijkste nog open vragen is met name of ook (zelfstandige) bedrijfsleiders consumptiecheques mogen ontvangen. De fiscus neemt voorlopig het standpunt in dat het stelsel niet open staat voor bedrijfsleiders, bij gebrek aan uitdrukkelijke bepaling in de wet. De nieuwe regeling verwijst immers alleen naar werknemers, terwijl de (fiscale) regeling voor maaltijdcheques expliciet ook bedrijfsleiders vermeldt (artikel 38/1 WIB 1992). Maar gelet op de uitdrukkelijke analogie met het stelsel van de maaltijdcheques lijkt het perfect aan te sluiten bij de bedoeling van de wetgever om ook (zelfstandige) bedrijfsleiders in aanmerking te laten komen voor consumptiecheques.

 

Klik hier voor bron.