Geen belastbaar voordeel voor smartphone bij split bill, tenzij...
13/08/2018 - Als de werknemer maar voor een bepaald maximumbedrag mag bellen met een smartphone van het werk, en hij alles boven dat maximum zelf betaalt, is er geen sprake van een belastbaar voordeel van alle aard, niet voor de telefoonkosten maar ook niet voor de smartphone zelf. In de praktijk is het echter genuanceerder dan dat. De fiscus legt nu alle regeltjes uit in een circulaire.
Als een werknemer de GSM of smartphone van het werk ook privé mag gebruiken, levert dat een belastbaar “voordeel van alle aard” op. Maar als de werknemer zijn privégesprekken zelf betaalt, en de werkgever dus alleen de kosten van het professionele gebruik van de GSM voor zijn rekening neemt, is er geen sprake meer van een voordeel van alle aard. Dat geldt niet alleen voor het data- en telefonieabonnement maar ook voor het toestel zelf. Belangrijk is dat het niet nodig is dat per gesprek bijgehouden wordt of het privé of beroepsmatig is. De werknemer wordt verondersteld zijn privégebruik zelf te betalen als de werkgever een bepaald maximum vastlegt en de werknemer alles moet bijpassen wat boven dat maximum uitstijgt (zie ons artikel “Geen belastbaar voordeel voor smartphone bij split bill”).
In een circulaire somt de fiscus nu enkele voorwaarden op.
Factuur moet bij werknemer toekomen
Ten eerste moet het privégebruik rechtstreeks aan de werknemer (de gebruiker) gefactureerd worden. Als de factuur toekomt bij de werkgever, die het privégebruik vervolgens doorrekent aan de werknemer, is er volgens de fiscus geen sprake van “split billing”. Dan wordt de werknemer dus wel degelijk belast op een voordeel van alle aard, zelfs al krijgt de werkgever twee afzonderlijke facturen (voor privé- en beroepsgebruik).
Een andere beperking is dat het door de werkgever opgelegde maximum vastgesteld moet zijn volgens “ernstige normen”. Het moet dus aannemelijk zijn dat er zoveel beroepsgebruik is.
Bovendien moet er een maximum zijn voor zowel het internet- als het telefonieabonnement. Stel dat de werkgever de telefoonkosten betaalt tot een bepaald maximum (bijv. 20 euro) maar onbeperkt dataverkeer toelaat. Dan wordt de werknemer niet belast op een voordeel van alle aard voor de telefoonkosten (de werkgever wordt geacht alleen het professionele gebruik voor zijn rekening te nemen) maar wel voor het datagebruik. Dat betekent dan wel dat de tolerantie met betrekking tot het toestel zelf niet van toepassing is. De werknemer wordt daarom belast op een forfaitair voordeel van 96 euro per jaar (60 voor het internetabonnement én 36 voor de smartphone). Als er ook geen maximum zou zijn voor de telefoonkosten, bedraagt het voordeel 144 euro per jaar (60 + 36 + 48).
Alternatief: “dual sim”
Positief is dan weer dat de fiscus het begrip “split billing” ruim opvat. Zo kan de werkgever een telefoon met twee simkaarten ter beschikking stellen (“dual sim”). De afspraak is dan dat de ene simkaart alleen gebruikt wordt voor professionele gesprekken en dat de tweede kaart dient voor alle privégesprekken, en dat de werknemer de factuur voor de tweede simkaart zelf betaalt. Als op een andere manier een duidelijk onderscheid gemaakt kan worden tussen privé en professioneel (bijv. doordat de werknemer voor een privégesprek eerst een bepaalde toets moet indrukken), is er natuurlijk ook geen voordeel van alle aard.
Hoe eigen bijdrage aftrekken?
Ten slotte legt de fiscus ook uit hoe men de regel moet toepassen dat de “eigen bijdrage” van de werknemer in mindering mag komen van het belastbare bedrag van het voordeel van alle aard. Op dat punt is de fiscus vrij streng.
Die berekening moet namelijk gemaakt worden voor elk voordeel apart. Stel dat de werknemer een smartphone van het werk mag gebruiken met data- en telefonieabonnement maar dat de werkgever een bijdrage vraagt van 12 euro per maand voor het dataverkeer en de telefoongesprekken (dus 144 euro per jaar). Het belastbare voordeel zal dan niet nul euro per jaar bedragen (144 theoretisch voordeel min 144 eigen bijdrage) maar 36 euro. De reden: de 60 euro voor het internetabonnement en de 48 voor de telefoon worden op nul gebracht door de eigen bijdrage van 144 euro maar het saldo kan niet gebruikt worden om het voordeel van 36 euro voor de smartphone zelf te neutraliseren. Voor alle duidelijkheid: dan spreken we niet meer over het scenario van “split billing”. De eigen bijdrage wordt immers vastgesteld en betaald los van het effectieve privégebruik.