Ook managementvennootschap mag winst maken
03/11/2017 - De fiscus staat vaak wantrouwig tegenover de oprichting van een managementvennootschap. In een recent geval dacht de fiscus daar alle reden toe te hebben. Een doktersvennootschap betaalde meer dan 1.300.000 euro aan de managementvennootschap voor haar managementdiensten. Maar die laatste betaalde slechts een goede 40.000 aan de zaakvoerder die fysiek de managementprestaties leverde. De fiscus vond dat wel een opvallend verschil en redeneerde dat de doktersvennootschap dus een pak goedkoper af zou zijn als ze de zaakvoerder in kwestie rechtstreeks voor haar zou laten werken voor dat loon. In die omstandigheden, vond de fiscus, is de managementvennootschap een louter kunstmatige constructie, alleen maar een instrument om winst te versluizen naar een entiteit waar die winst onbelast blijft omdat die afgezet kan worden tegen allerlei aftrekposten. Het deel van de managementvergoeding dat hoger ligt dan het loon van de zaakvoerder is in de ogen van de fiscus “overdreven”.
Groot verschil tussen ontvangen en betaalde vergoedingen
De fiscus kan in een dergelijke situatie de aftrek van het “overdreven gedeelte” van de betaalde managementvergoedingen verwerpen bij de “te managen” vennootschap. Of hij kan de managementvennootschap zelf aanpakken en het “overdreven gedeelte” van de ontvangen managementvergoeding beschouwen als een abnormaal of goedgunstig voordeel. Het gevolg daarvan is dat de vennootschap minstens belasting moet betalen op dat bedrag en geen aftrek kan toepassen van bijvoorbeeld overgedragen verliezen. In het geval van onze doktersvennootschap had de fiscus gekozen voor die laatste strategie.
Fiscus bewijst niets…
Voor het hof van beroep ving de fiscus echter bot. Het hof sluit niet principieel uit dat er sprake kan zijn van een abnormaal of goedgunstig voordeel. Maar dat moet de fiscus dan eerst maar eens bewijzen. Gewoon het feit dat de managementvergoeding veel hoger is dan de vergoeding voor de zaakvoerder die fysiek de prestaties levert, wil nog niets zeggen, vindt het hof. Een vennootschap mag winst maken, en dat geldt ook voor een managementvennootschap. Ook dat de managementvennootschap geen eigen werkingsmiddelen heeft, is op zich geen argument volgens het hof. Dat de kantoren ter beschikking gesteld worden door de werkvennootschap, is geen probleem.
Het enige criterium om te beoordelen of een vergoeding “overdreven” is of niet, is het marktconforme karakter. Bij een onafhankelijke derde had de werkvennootschap wellicht evenveel moeten betalen voor de managementdiensten. En dan maakt het niet uit dat de zaakvoerder relatief weinig betaald kreeg voor zijn werk.
Feitenkwestie
Alles hangt natuurlijk af van de feiten van het concrete geval. In deze zaak speelde in het voordeel van de belastingplichtige dat de doktersvennootschap een meer dan behoorlijke omzet en winst draaide. Die kreeg dus in elk geval “waar voor haar geld” als het op de geleverde managementdiensten aankwam. Maar het arrest toont in elk geval aan dat de fiscus niet zomaar een managementvennootschap kan “aanvallen” omdat die “te weinig” zou betalen aan haar zaakvoerder(s).
Bron: arrest van het Hof van Beroep te Gent van 20 juni 2017