Tax shelter film: Corsan- gedupeerden kunnen rekenen op begrip van fiscus
07/04/2017 - Wie het tax shelter-voordeel aan zijn neus voorbij ziet gaan omdat de productiemaatschappij niet aan zijn verplichtingen voldoet en dus niet aan de nodige attesten geraakt, zal in de meeste gevallen de fiscale schade kunnen beperken. De belastingvrijstelling gaat weliswaar onherroepelijk verloren, maar de fiscus zal geen nalatigheidsinteresten aanrekenen of belastingverhogingen opleggen.
Vennootschappen die investeren in de audiovisuele sector (films, documentaires…), kunnen dankzij het regime van de tax shelter een mooie belastingvrijstelling krijgen. De producent van de film moet dan wel aan een hele reeks voorwaarden voldoen, en pas als die vervuld zijn, levert de overheid (de fiscus en/of het ministerie van Cultuur) de attesten af waarmee de investeerder de definitieve vrijstelling kan claimen.
Een zaak die veel mediabelangstelling gekregen heeft, is die van de producent Corsan, die voor miljoenen aan geld ophaalde bij KMO-investeerders maar daarna failliet ging zonder aan zijn verplichtingen voldaan te hebben.
Omdat de termijn voor het afleveren van de attesten vier jaar is, mag de investeerder in de tussentijd al een voorlopige vrijstelling toepassen. Maar dat schept een probleem als na vier jaar blijkt dat de filmproducent zijn verplichtingen niet nagekomen is en er dus geen attest afgeleverd kan worden. Niet alleen ziet de vennootschap dan de belastingvrijstelling aan haar neus voorbij gaan, maar volgens de letter van de wet zijn er ook nalatigheidsinteresten verschuldigd (aan 7%!) voor de vrijstelling die de laatste jaren “onterecht” toegepast is. De vennootschap riskeert bovendien een belastingverhoging.
Tolerantie voor wie zich braaf liet belasten of gewoon afgewacht heeft
Maar voor belastingplichtigen die te goeder trouw zijn en geen schuld hebben aan de problemen van de filmproducent, lijkt dat niet erg billijk. Daarom kondigt de minister nu een tolerantie aan. De fiscus zal zich niet alleen soepel tonen voor investeerders die onmiddellijk de voorlopig vrijgestelde winst aan belasting onderworpen hebben toen het duidelijk werd dat er geen attesten gingen komen. De tolerantie geldt ook voor diegenen die gewoon afwachten en dus niets gedaan hebben, d.w.z. de belastingvrije reserve niet teruggenomen hebben maar gewoon op de balans hebben laten staan.
Vrijstelling als definitief ingeboekt: geen tolerantie
Op een derde categorie is de tolerantie echter niet van toepassing: investeerders die, ook al was het attest er niet op tijd, de voorlopige vrijstelling omgezet hebben in een definitieve vrijstelling. Zij hebben dus de belastingvrije reserve teruggenomen maar de begintoestand van de reserves aangepast ten belope van hetzelfde bedrag. Daarmee hebben ze flagrant de wet overtreden – ze hadden immers niet het vereiste attest. Zij zullen te maken krijgen met belastingverhogingen en nalatigheidsinteresten.
Ook investeerders die hebben meegewerkt aan de fraude of die “zich bewust waren van de fraude door Corsan”, hoeven niet te rekenen op enig begrip.