Conforme factuur is geen voorwaarde voor BTW-aftrek
20/11/2017 - De fiscus vond ooit dat fouten op de factuur een voldoende reden zijn om de BTW-aftrek te verwerpen. De wet zegt nu eenmaal dat een factuur met alle noodzakelijke vermeldingen een voorwaarde is om het recht op aftrek te kunnen uitoefenen. Het Europese Hof van Justitie denkt daar echter anders over. Een pure vormfout mag de aftrek van BTW niet in de weg staan, heeft het Hof al een paar keer geoordeeld.
In een nieuwe circulaire legt de Belgische fiscus zich nu neer bij dat standpunt van het Hof van Justitie. Om recht te hebben op aftrek, volstaat het dat een BTW-plichtige voldoet aan de materiële voorwaarden. Het volstaat dus dat hij de goederen of diensten – waarop hij BTW betaald heeft – gebruikt voor een economische activiteit die aan BTW onderworpen is. De fiscus noemt dat het “substance over form”-principe.
Dat betekent niet dat een conforme factuur bijkomstig is. Maar als de factuur gebreken vertoont (bijv. een vergeten BTW-nummer, een te vage omschrijving van de dienst), moet de BTW-plichtige de kans krijgen om zijn fouten te herstellen. De fiscus mag niet automatisch de aftrek verwerpen. Hij moet eerst de belastingplichtige de gelegenheid geven om een gecorrigeerde factuur op te stellen of om bijkomende stukken voor te leggen (bijv. bestelbon, correspondentie) waarin de ontbrekende of foutieve gegevens terug te vinden zijn. De fiscus moet de nodige gegevens hebben waarmee hij kan controleren of aan de materiële voorwaarden voldaan is. Maar hij kan die gegevens desnoods ook op een andere manier in bezit krijgen dan via de factuur.
Volgens de circulaire moeten die bijkomende stukken dan wel voorgelegd worden vóór het einde van de BTW-controle. En bij fraude of misbruik hoeft de belastingplichtige natuurlijk niet op enige inschikkelijkheid te rekenen.