Fiscus kan nieuwe aanslag vestigen op naam van de vereffenaar

06/05/20

25/11/2019 - Als de fiscus een aanslag vestigt op naam van een vereffende vennootschap, is die aanslag eigenlijk ongeldig. Tot nu toe had de fiscus weinig mogelijkheden om dat recht te zetten. Maar de wet is nu aangepast om de fiscus de kans te bieden alsnog een geldige aanslag te vestigen.

Een vennootschap die vereffend is, bestaat niet meer en dus kan er strikt genomen ook geen aanslag gevestigd worden op naam van een vereffende vennootschap. In feite moet de aanslag gevestigd worden op naam van de vereffenaar. Maar tot nu toe had de fiscus geen mogelijkheid om zijn fout recht te zetten als de inkohiering gebeurd was op naam van de vennootschap.
Dat laatste ligt nochtans voor de hand en was eigenlijk een courante praktijk.

Fiscus kan vormfout rechtzetten

In het algemeen hoeven de gevolgen van een nietige aanslag niet rampzalig te zijn voor de fiscus. Die heeft immers de mogelijkheid om vormfouten recht te zetten met een nieuwe aanslag of een zogenaamde subsidiaire aanslag op basis van dezelfde belastingelementen. Maar in de geschetste situatie loste dat niets op. Want een nieuwe of subsidiaire aanslag moet gevestigd worden “ten name van dezelfde belastingschuldige” (artikel 355 en 356 WIB 1992). Dat zou dan opnieuw de vennootschap moeten zijn, met opnieuw een nietige aanslag tot gevolg.

Om dat probleem op te lossen, is nu expliciet aan de wet toegevoegd dat de vereffenaar gelijk gesteld wordt met “dezelfde belastingschuldige” (artikel 357 WIB 1992). Als een aanslag op naam van “vennootschap X p/a vereffenaar Y” nietig verklaard wordt door de rechter, kan de fiscus voortaan dus dezelfde aanslag opnieuw inkohieren of aan de rechter voorleggen maar dan direct op naam van “vereffenaar Y”.

Een vordering tegen de vereffenaar persoonlijk ontstaat daardoor overigens niet. De vereffenaar treedt op in de plaats van de vereffende vennootschap. Men spreekt in dat verband van “het passieve voortbestaan van de vennootschap”. De vereffenaar wordt alleen aangesproken in zijn hoedanigheid van vereffenaar.

Geen vereffenaar: bestuurders

Wettelijk gezien blijft de vereffenaar vijf jaar na de sluiting van de vereffening het aanspreekpunt voor vorderingen tegen de vroegere vennootschap (artikel 2:143 Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen). Als geen vereffenaars worden aangeduid, worden de bestuurders als vereffenaars van rechtswege beschouwd. In dat geval zal de nieuwe of subsidiaire aanslag op hun naam worden gevestigd.

De nieuwe regeling is in werking getreden op 25 mei 2019 (Wet van 2 mei 2019).

Bron: Circulaire 2019/C/122 betreffende de wijzigingen van artikel 357 WIB 92, 18 november 2019