Forfaitaire beroepskosten voor zelfstandigen

07/05/20

14/02/2019 - Voortaan is het ook mogelijk om een beroepskostenforfait toe te passen op winsten. Zelfstandigen kunnen nu hetzelfde systeem toepassen als loontrekkenden. Ze zijn dus niet langer verplicht om hun werkelijke kosten te bewijzen. Dat biedt het voordeel van minder administratieve rompslomp, geen risico op discussies met de fiscus en is in elk geval interessant voor wie sowieso weinig kosten maakt. Die nieuwigheid is van toepassing vanaf inkomstenjaar 2018 (aanslagjaar 2019).

30%, met maximum van 4.720 euro

Het forfaitaire kostenpercentage bedraagt 30%, d.w.z. dat 30% van de winst afgetrokken mag worden als beroepskost zonder bewijsstukken. Er is wel een plafond: het maximale beroepskostenforfait bedraagt 4.720 euro voor aanslagjaar 2019 (geïndexeerd bedrag). Voor aanslagjaar 2020 (inkomsten van 2019) ligt het maximum op 4.810 euro.

In principe houdt toepassing van het beroepskostenforfait in dat men geen enkele andere kost meer in aftrek mag brengen. Maar er zijn uitzonderingen. Vooraleer men het forfait berekent, mag de winst namelijk al verminderd worden met de sociale bijdragen en met de prijs van de aangekochte grondstoffen en handelsgoederen (voor doorverkoop met hoogstens lichte bewerking). Dat komt neer op een bijkomende aftrek bovenop het kostenforfait.

Berekening

Interessant is ook dat het plafond voor elke inkomstencategorie apart toegepast wordt. Zo wordt het minder snel overschreden.

Voorbeeld: een belastingplichtige krijgt als loontrekkende een bezoldiging van 15.000 euro en heeft daarnaast in bijberoep nog 5.000 euro winst behaald in 2018. Als hij die inkomsten zou moeten samentellen voor de berekening van het kostenforfait, zou hij slechts 4.720 euro als beroepskost mogen aftrekken omdat het plafond overschreden is (20.000 × 30% = 6.000). Maar dat is niet de manier waarop de berekening moet gebeuren. De bezoldigingen apart geven recht op een forfait van 4.500 euro (plafond niet overschreden) en daarbij komt nog eens 1.500 euro voor de winsten, maakt 6.000 euro in totaal.

Er zijn wel enkele uitzonderingen:
- Vennootschappen zijn uitgesloten (het forfait geldt alleen in de personenbelasting)
- Belastingplichtigen die forfaitair belast worden (en hun meewerkende echtgenoten) zijn ook uitgesloten
- Het forfait mag voorts niet toegepast worden op vergoedingen tot herstel van een tijdelijke winstderving of op winst van een vorige beroepswerkzaamheid

Bron: Circulaire 2019/C/15 van 8 februari 2019