Voordeel van alle aard woning: nieuw coëfficiënt is 2

07/05/20

18/01/2019 - Vanaf 1 januari 2019 is een nieuwe formule van toepassing om het forfaitaire voordeel van alle aard voor het gratis gebruik van een onroerend goed te berekenen: KI (geïndexeerd kadastraal inkomen) × 100/60 × 2. Dat was al bekend gemaakt door de minister (zie ons artikel “Voordeel gratis woning vermenigvuldigd met 2 i.p.v. 3,8”). Maar het betreffende koninklijk besluit is nu gepubliceerd. En daarmee kennen we meteen ook de datum van inwerkingtreding.

Die verhogingscoëfficiënt 2 is waar het om draait. Tot voor kort bedroeg de coëfficiënt nog 3,8. De formule was dus: KI × 100/60 × 3,8. Die werd meer bepaald toegepast als het onroerend goed ter beschikking gesteld wordt door een rechtspersoon. Bij een bedrijfsleider die woont in een woning van zijn vennootschap werd het belastbare voordeel dus tot voor kort berekend aan de hand van die coëfficiënt 3,8. Maar er waren twee formules. Als het onroerend goed ter beschikking gesteld werd door een natuurlijke persoon, werd geen verhogingscoëfficiënt toegepast. De formule was in dat geval dus KI × 100/60.

Oude regeling was discriminerend

De hoven van beroep van Gent en Antwerpen vonden dat discriminerend.
De wetgever had nooit uitleg gegeven bij het verschil tussen de twee formules. De fiscus voerde aan dat de regeling bedoeld was om bedrijfsleiders zwaarder te belasten omdat zij meestal de beschikking hebben over een grote en luxueuze woning. Maar de wet spreekt niet expliciet van bedrijfsleiders. Bovendien wordt met de waarde van de woning sowieso al rekening gehouden, via het kadastraal inkomen in de formule. Daarom liet de rechtspraak de coëfficiënt van 3,8 buiten beschouwing en ging ook voor woningen van een vennootschap uit van de formule KI × 100/60.

De minister reageerde snel en kondigde aan dat het discriminerende onderscheid weggewerkt zou worden. Maar hij voegde er meteen aan toe dat een toepassing van de voordeligste formule in alle gevallen (de feitelijke toestand na de genoemde rechtspraak) budgettair niet houdbaar was.

Daarom verdwijnt onderscheid

De oplossing van de minister is er nu officieel. Belangrijk is dat er voortaan geen onderscheid meer is tussen terbeschikkingstelling door rechtspersonen en door natuurlijke personen. De nieuwe verhogingscoëfficiënt geldt voor iedereen. Maar het is een compromis geworden tussen de vroegere uitersten van 3,8 (rechtspersonen) en 1 (natuurlijke personen). Vandaar dat men uitgekomen is op 2.

Er wordt ook geen onderscheid meer gemaakt naargelang het kadastraal inkomen hoger of lager ligt dan 745 euro. De vroegere verhogingscoëfficiënt van 1,25 voor bescheiden woningen verdwijnt eveneens. Ook voor die categorie geldt nu de formule: KI × 100/60 × 3,8. Voor gronden blijft er wel een aparte regeling. Daar houdt men het bij de gekende formule KI × 100/90.

Bron: Koninklijk Besluit van 7 december 2018, Staatsblad van 27 december 2018, p. 103.303