Bitcoins: vragenlijst van Rulingcommissie brengt iets meer duidelijkheid
10/07/2018 - Over de belastbaarheid van bitcoins en andere cryptomunten wordt nu iets meer duidelijkheid geschapen dankzij een vragenlijst die de Rulingcommissie openbaar gemaakt heeft. De lijst bevat de criteria die de Commissie gebruikt om te bepalen of winst die men maakt met bitcoins, belastbaar is en op welke manier. Ook voor wie geen ruling wil aanvragen, zijn die criteria zeer relevant. Maar lang niet alle vragen zijn daarmee beantwoord.
De Dienst voor Voorafgaande Beslissingen (gemeenzaam de Rulingcommissie genoemd) brengt voorafgaande zekerheid over situaties waarvoor de fiscale behandeling niet duidelijk is. Over de fiscaliteit van meerwaarden op bitcoins of andere cryptomunten is er nog veel onduidelijkheid, dus het ligt voor de hand om voor dat onderwerp een zogenaamde ruling aan te vragen bij de Dienst.
De Dienst beoordeelt elk geval afzonderlijk maar toetst elke situatie logischerwijze wel aan dezelfde criteria. We krijgen nu een inkijk in de manier waarop de Dienst te werk gaat dankzij de publicatie van een lijst met 17 vragen.
De Dienst legt die lijst voor aan de aanvrager van een ruling en bepaalt aan de hand van de antwoorden welk belastingstelsel van toepassing is.
In de praktijk is al gebleken dat de Rulingcommissie oordeelt dat de opbrengst die men realiseert bij de verkoop van cryptomunten, “doorgaans” belastbaar is (zie ons artikel “Is winst met bitcoins belastbaar?”). En meestal gaat het om belastbaarheid als een zogenaamd divers inkomen, dat wil zeggen aan 33%.
Belastingvrij, divers inkomen of beroepsinkomen?
Klassieke criteria om te spreken van “diverse inkomsten” zijn een kort tijdsinterval tussen aan- en verkoop, een zekere kennis van de sector en het nemen van risico’s, bijvoorbeeld door geleend geld te gebruiken of een groot deel van zijn persoonlijk vermogen in te zetten. Het verwondert dan ook niet dat de Rulingcommissie wil weten hoe lang u de bitcoins al in bezit heeft, of u actief bent in de cryptocurrency-gemeenschap, wat uw beleggingsstrategie is, welk percentage van uw roerend vermogen u geïnvesteerd heeft in virtuele munten en hoe dat percentage zich verhoudt tot uw andere investeringen, enzovoort.
Als de activiteiten heel frequent worden en er een duidelijke organisatie achter zit, zou het ook wel eens kunnen dat er fiscaal gezien sprake is van een echte beroepsbezigheid. In dat geval wordt de opbrengst belast als een beroepsinkomen, d.w.z. meestal aan 50%. Vandaar dat de Rulingcommissie ook wil weten met welke frequentie u aankoopt en verkoopt, of uw bitcoin-activiteit in het verlengde ligt van uw officiële beroep, of u speciale apparatuur gebruikt, of u ook investeert voor rekening van anderen, of u aan uw bitcoins komt door ze zelf te “minen”, enz.
De Rulingcommissie zegt er echter helaas niet bij welke criteria de doorslag kunnen geven en vanaf wanneer. Echte antwoorden biedt de vragenlijst dan ook niet.